Het is zover. Op 23 december heeft het Parlement het vertrouwen geschonken aan de regering-Verhofstadt III. Eindelijk heeft België opnieuw een "volwaardige" regering. Zij is er mede gekomen onder aanhoudende druk van verschillende belangengroepen: de financiële machten die al geruime tijd smeekten om een louter "sociaal-economische" regering (al droomden ze van een zuiver oranje-blauw kabinet), maar ook - dit mogen wij niet ontkennen - de publieke opinie, die door de pers is bang gemaakt voor de economische gevolgen van een tergend lange periode van bijna-besluiteloosheid.

Het is echter verre van zeker dat dit kabinet erin zal slagen de gevraagde daadkracht en stabiliteit aan de man te brengen. Want uiteindelijk heeft men zichzelf enkel wat meer tijd gegeven om voor een oplossing inzake de staatshervorming te zorgen. Tegen 23 maart moet er daarover immers een akkoord zijn - of beter: uitzicht op een akkoord.

De V-SB is weinig hoopvol, al was het maar omdat Leterme zijn belofte om niet in een federale regering te stappen zonder een grondige staatshervorming heeft gebroken. Door in een "voorlopige" regering te stappen, maken de Vlaamse politici minstens één kapitale fout. De Nederlandstalige partijen hebben een cruciaal onderdeel van hun onderhandelingspositie opgegeven: de druk is van de ketel voor de Franstaligen.

Het valt te betwijfelen of de regering in een rustig politiek klimaat zal kunnen werken. De kans lijkt alvast groter dat interne onenigheden zullen blijven spelen. Eigenlijk gaat de formatie gewoon voort en mogen de kranten hun dagenteller gerust laten verder tikken.

Wie heeft er te winnen bij het uitstel van een communautair akkoord? De Belgische constructie kraakt onder de onoverbrugbare tegenstellingen die het politieke leven zullen blijven zuur maken tot ze zijn opgelost. Stilaan komt België terecht in een latente crisis, waarbij de meningsverschillen met de dag radicaler worden. Deze groeiende tegenstellingen spelen niet alleen op Belgisch niveau, ze verzieken ook het politieke debat in Vlaanderen.

Ooit zal er een oplossing moeten worden gevonden die strookt met de belangen van het Vlaamse en Waalse volk. In dat licht is de "interimregering" niet meer dan tijdverlies. Als deze regering bevalt van een halfslachtig akkoord, dan komt het binnen de kortste keren opnieuw tot communautaire spanningen.

De V-SB is vragende partij om de belangrijkste hefbomen van de Belgische staat over te hevelen naar Vlaanderen en Wallonië. Dit wil niet zeggen dat wij staan te springen voor de plannen die de CD&V en N-VA voor Vlaanderen hebben. Het kan volgens de V-SB niet de bedoeling zijn dat het neoliberale beleid dat heden ten dage op federaal vlak wordt doorgevoerd (wat helaas nog al eens vergeten wordt door een groot deel van de Vlaamse linkerzijde) morgen op Vlaams niveau tot stand gebracht zal worden, weze het in een confederaal België of in een Vlaamse republiek. Of gaan wij, zoals generaal Janssens bij onafhankelijkheid van Congo op een bord geschreven zou hebben, mogen stellen dat "après indépendance=avant indépendance"?

Dat brengt ons bij de volgende vraag: welk sociaal-economisch beleid mogen we van Verhofstadt III en nadien - zoals voorspeld - van Leterme I verwachten? Ook hier staan de sterren ongunstig. De bereidheid om ook maar over de voorwaarden van de sp.a te praten was zéér beperkt - daarop had de sp.a vermoedelijk ook gerekend. Neen, het zullen de reeds gesloten oranje-blauwe deelakkoorden zijn die als vertrekpunt van de hernieuwde onderhandelingen onder leiding van vice-premier Reynders, voorman van een formatie die niet bepaald bekend staat om haar enthousiasme voor sociale maatregelen, zullen dienen. Deze heronderhandelingen zullen plaatsvinden om te voldoen aan de voorwaarden van de PS die er allicht voor zal zorgen dat de liberale gloed ervan wat gedimd zal worden, maar waarvan het palmares de afgelopen twintig jaar ook niet bepaald hoopgevend is - denken we maar aan de bereidwillige medewerking aan de liberalisering van openbare diensten.

Tot slot: hoe zit het met de Vlaamse oppositiepartijen Groen! en sp.a? De V-SB hoopt dat zij erin zullen slagen een adequaat antwoord te bieden op de gerechtvaardigde eisen tot zelfbeschikking van de Vlamingen én zich tegelijkertijd ter linkerzijde te herbronnen. Het feit dat voorzitster Mieke Vogels het nodig vond zich er duidelijk op te wijzen dat de gematigde uitspraken die Bart Staes had laten optekenen in het maandblad Meervoud niet representatief zijn voor de koers van haar partij, wijst erop dat Groen! nog een hele weg te gaan heeft.

 

Voor de sp.a wierp Frank Vandenbroucke zich op als behouder van de linkse erfenis van de Vlaamse Beweging. Los van de vraag in welke mate het beleid van deze minister daadwerkelijk de noemer links waardig is, is het zorgwekkend dat toen hij dit deed, het nauwelijks nuttele weken geleden was dat het rapport-Janssens duidelijk meende te moeten maken dat de sp.a zich vooral niet linkser moest positioneren. Indien deze koers gevolgd wordt, en de sp.a zich én Vlaamser én rechtser zal opstellen, dreigt dit de toekomst en geloofwaardigheid van zowel de progressieve Vlaamse Beweging als gevestigd partijpolitiek links nog verder te hypothekeren.