Dit jaar herdenken we de 100e verjaardag van de zogenaamde Paasopstand in Ierland en de uitroeping van de Ierse Republiek in 1916 door de leiding van het Irish Republican Brotherhood. Deze zogenaamde Paasverklaring riep niet alleen de onafhankelijkheid van het Ierse volk uit maar situeerde die ook in het kader van een democratische republiek waar civiele vrijheden, gelijkheid van rechten en kansen voor alle burgers en sociale rechtvaardigheid zou bestaan. De revolutionaire krachten die gewapenderhand tegen het Britse koloniale bestel in opstand kwamen weerspiegelden zowel het nationale als het sociale aspect van deze opstand en de republikeinse beweging in het algemeen. Enerzijds de Irish Volunteers, opgericht als militie ter verdediging van de republikeinse beweging tegen de dreiging van de Ulster Volunteer Force van de pro-Britse landheren en de industriëlen, anderzijds het Irish Citizen Army opgericht als een arbeidersmilitie ter verdediging van de arbeiders en hun vakbonden tegen de Britse politie tijdens stakingen en betogingen.

Een goede tien jaar daarvoor, bij de 75e verjaardag van de oprichting van het Belgische koninkrijk, hadden de socialisten Camille Huysmans, Louis de Brouckère en Louis Betrand “75 années de domination bourgeoise” uitgegeven bij de coöperatieve “Volksdrukkerij” van Vooruit in Gent. Daarin stond op het titelblad de bekende uitspraak van Karl Marx in ietwat verkorte versie: “La Belgique est le paradis des capitalistes”. Vooruit riep inderdaad in 1905 zijn lezers en sympathisanten op om onder geen beding deel te nemen aan de Belgische feestelijkheden, om hun kinderen niet te laten deelnemen aan de feestelijke optochten en samenzangen die door scholen en stadbestuur werden georganiseerd: “Jeugdige werkersstemmen moeten dienen voor onze strijd, onze hoop, onze toekomst te bezingen en niet om platte leugens uit te galmen. [...] Partijgenoten, leent als het u blieft, uwe kinderen niet voor die lage daad, eene bloedige beleediging aan ons allen.” Steven Boersen (alias van de Limburgse socialist Steven Prenau) schreef in diezelfde Vooruit: “O nationale driekleur! Hoe verklaart men de tinten van uw ontnaaide doek? Rood: het vergotene bloed des volks voor de vrijheid; geel: het goud van welstand en volksweelde uit het vergotene bloed geworden; zwart: de katholieke godsdienst, de toog van den pastoor om het geheel te hechten aan de standaard der toekomst. Leugens! O nationale vunze vod, zonder ziel, zonder zinnebeeld voor den arbeider, sla in den storm der staatkunde gerust tot flarden en waai te niet naar de vier windstreken der aarde.” Daarbij klonk het protest van de radicaalste flaminganten tegen de jubileumfeesten zeer lauw. Hoofdredacteur Aimée Bogaert schreef over de Belgische omwenteling: “De hele omwenteling is op touw gezet geweest en ook doorgedreven door de misnoegde katholieke geestelijkheid en door in hunne taalbelangen geschonden Walen.” In de Gazet van Brussel had Huysmans het over “de historische domheid van 1830”. De staat die uit de puinen van de revolte oprees was volgens hem in alles de mindere van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: de Katholieke Kerk stemde toe in allerhande vrijheden maar “in werkelijkheid schonk zij niets anders dan betrekkelijke toegevingen”, het uitmuntende Nederlandse taalregime werd vervangen door een verfransingspolitiek en de revolutie veroorzaakte een hevige sociale en financiële crisis die in Gent en in Luik 100.000 arbeiders werkloos maakte doordat de afzetmarkten voor de producten wegvielen.

Dat is ook vandaag de dag, anno 2016, in tijden van volle globalisering, CETA en andere TTIP’s meer dan ooit het geval. Hoe moet de arbeidersbeweging reageren op de globalisering die deindustrialisering en delocalisering veroorzaakt? Hoe moet ze reageren op de EU die massaal de import van goedkope arbeid organiseert? Hoe moet ze reageren op de neo-liberale dogma’s die besparingen op sociale uitgaven, uitholling van sociale rechten en nivellering naar beneden van milieu- en gezondheidsnormen opleggen via vrijhandelsakkoorden?

Democratie speelt zich per defintie binnen de natie af. Essentiële politieke keuzes over wie tot de natie behoort en wie niet, wie er kan toe toetreden en wie niet, over hoe de rijkdom moet verdeeld worden, over hoe de sociale zekerheid moet georganiseerd worden, over hoe het onderwijs moet georganiseerd worden en met welke doelstellingen, over hoe het cultuurbeleid er moet uitzien, zullen altijd de inzet blijven van nationale politieke strijd.

Uit alles blijkt dat de linkse waarden diep verankerd zijn in de Vlaamse samenleving. Onderzoek wijst uit dat 73% van de Vlamingen vindt dat de vakbonden noodzakelijke instellingen zijn voor de verdediging van sociale rechten. Een ruime meerderheid vindt dat de automatische koppeling van de lonen aan de index moet behouden blijven. Een ruime meerderheid wil ook een eerlijker belastingstelsel. Een overweldigende meerderheid staat achter het behoud en verdedigen van de welvaartstaat. Waals minister-president Magnette spreekt dus niet voor Vlaanderen als hij schrijft dat “rechts de ideeënstrijd gewonnen heeft”.

Voor de V-SB moet de Vlaamse arbeidersbeweging het voortouw nemen in de strijd tegen de globalisering die de neo-liberale dogma’s doordrukt, de EU met haar vrijhandelsakkoorden en neo-liberale saneringsmaatregelen op kop. Ze moet een concreet alternatief naar voor schuiven in de vorm van versterkte multilaterale samenwerking in het kader van de VN voor de strijd tegen belastingparadijzen, de versterking van werknemersrechten en de regulering van eerlijke grondstoffenprijzen als basis voor een eerlijke internationale handel.

De bankencrisis heeft duidelijk het failliet van het ongebreideld kapitalisme aangetoond doordat het op de grenzen van zijn eigen logica stoot en ten slotte gered moet worden door dezelfde staten die het een zo klein mogelijke rol wil toekennen. Het is aan de arbeidersbeweging om voor de geïndustrialiseerde wereld concrete alternatieven naar voor te schuiven. In Vlaanderen kunnen nieuwe coöperatieven massa’s nieuwe producten ontwerpen en produceren in de sector van de milieutechnologie, duurzame verbruiksgoederen en nieuwe communicatie technologie waardoor een re-industrialisering kan plaatsvinden. De strijd voor een 30 uren werkweek kan een nieuwe impuls geven aan de syndicale strijd voor herverdeling van arbeidstijd, welvaart en welzijn.

De Ierse Paasopstand leek een wanhoopsdaad die moest mislukken. Op het eerste zicht faalde hij ook. De bevolking bleef passief tijdens de week dat de gewapende opstand duurde. Bijna alle leiders werden door de Britten geëxecuteerd. Maar hij zette een kettingreactie in gang die uiteindelijk leidde tot de oprichting van een Ierse Vrijstaat als stapsteen naar de democratische republiek van de verklaring van 1916. De partij die de leiding gaf bij de vorming van het eerste moderne onafhankelijke Ierse parlement, die in 1919 de onafhankelijke Ierse Republiek uitriep, heet Sinn Féin, 'Wij op eigen kracht'. Niets belet ons in Vlaanderen om dezelfde lef aan de dag te leggen om te ontsnappen uit het “Paradis des capitalistes”!