De V-SB vernam met interesse het voorstel van Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) voor een volledige regionalisering van het mobiliteitsbeleid. Als socialistische en Vlaams-soevereinistische beweging zijn wij resoluut voorstander van een sterk mobiliteitsbeleid - inclusief stevig uitgebouwd openbaar vervoer - op maat van de Vlaamse bevolking. De huidige toestand van versnippering van bevoegdheden die minister Weyts terecht aanklaagt is een bron van problemen en ergernissen, hoewel zeker niet de enige bron. Een unitair Belgisch verkeersbeleid is evenmin een oplossing, aangezien de toestand in het sterk verstedelijkte Vlaanderen heel anders is dan in Wallonië. Wel willen we graag weten hoe minister Weyts dat Vlaams mobiliteitsbeleid ziet, want voor een neoliberaal model van privatiseringen en besparingen passen we. Evenmin kunnen we dat Vlaams beleid los zien van de Brusselse verkeersproblematiek, per slot van rekening de grootste stad in Vlaanderen én centraal knooppunt van de verkeersinfrastructuur.

Minister Weyts verwijst naar een aantal conflicten met federaal minister van mobiliteit François Bellot, maar blijft daarbij helaas nogal in het anekdotische hangen, zoals de kwestie van driejaarregel voor het voorlopig rijbewijs. Veel liever hadden we een globale visie gezien op lange termijn, die cruciale vragen stelt over de vaak nogal chaotische ruimtelijke planning in Vlaanderen en de gevolgen daarvan voor de verkeersproblematiek, alsook de nog steeds dogmatisch nagevolgde neoliberale groeimantra, die leidt tot onnodige en vermijdbare druk op onze wegen.

 

In dit opzicht zien we enkele belangrijke vraagstukken die moeten aangepakt worden.

 

1: De obstructie veroorzaakt door het bestaan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit minigewest pal in Vlaanderen is een gigantisch fiasco: nergens in de wereld wordt zo'n cruciaal verkeerskundig knooppunt bestuurlijk losgekoppeld van het hinterland, of toch niet zonder ernstige problemen als gevolg van botsende partijbelangen. Het is surrealistisch dat de Brusselse machtspartijen de hoofdstad als hun privéspeeltuin kunnen gebruiken. Het is een sociologisch gegeven dat Brussel intens verweven is met de rest van Vlaanderen (veel meer dan met Wallonië trouwens); het zou dus vanzelfsprekend moeten zijn dat de bevoegdheden rond mobiliteit gezamenlijk uitgevoerd worden tussen Vlaanderen en Brussel, dus dat kortom die bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest integraal naar de Vlaamse regering gaan.

 

2. Er moet een eind aan de privatiserings- en liberaliseringsmanie. Als Ben Weyts de regionalisering van de bevoegdheden ziet als instrument om het neoliberale beleid harder te kunnen doordrukken zal hij in ons scherpe critici zien. De terechte eis tot homogene bevoegdheidsoverdracht naar Vlaanderen mag geen dekmantel zijn voor de dictaten van de internationale liberale technocratieën zoals IMF en EU, die de markt tot hoogste heilig dogma hebben uitgeroepen. De bevoegdheidsoverdracht moet integendeel aangewend worden om de uitbouw van een sterk openbaar vervoer verder mogelijk te maken en te werken aan sociale oplossingen voor alle mobiliteitsproblemen.

 

3. In een breder kader mag stilaan ook de discussie gevoerd worden over zin en onzin van de haast maniakale internationaliseringsdrang. Wat voor zin heeft het hele economische sectoren in de uitverkoop te zetten, productie en distributie te spreiden over enorme afstanden en van de bevolking een steeds grotere flexibiliteit en mobiliteit te vragen? Waarom moet Vlaanderen per se een "transitland" in Europa worden? In een al zo dichtbebouwd gebied waar decennia lange lintbebouwing een quasi permanent verkeersinfarct veroorzaakt, is het redelijk waanzinnig om op nòg meer verkeer en transport te mikken. Dat is nochtans wat de Vlaamse regering doet door in te zetten op allerlei prestigeprojecten zoals het (gelukkig door de Raad van State meermaals afgewezen) Saeftinghedok. We hebben daarom een sociaal-economisch beleid nodig op maar van de mensen, niet op maat van de winstcijfers van enkele multinationals. Dat is op lange termijn de enige echte oplossing voor de mobiliteitsproblemen.