Het Comité voor Buitenlandse Relaties van de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) heeft een open brief geschreven aan het Amerikaanse volk en president Donald J. Trump waarin een antwoord gegeven wordt op de vergelijking tussen de Koerdische Vrijheidsbeweging en de genocidaire beweging ISIS. V-SB publiceert hierbij deze brief in Nederlandse vertaling.


“Aan het Amerikaanse volk en president Donald J. Trump.
We weigeren vergelijkingen die gemaakt worden tussen onze beweging en de onmenselijke bruten van ISIS. Ons antwoord is het volgende: Er zijn meer dan 40 miljoen Koerden die vandaag in het Midden-Oosten leven. Op het einde van de Eerste Wereldoorlog werden zij door externe machten verdeeld over vier autocratische staten: Iran, Irak, Syrië en Turkije, waar onze beweging begon.
Jarenlang heeft het Koerdische volk aan deze regering niet meer gevraagd dan de fundamentele democratische rechten waar jullie elke dag van genieten: het recht te bestaan, een eigen taal te spreken, een eigen cultuur te beleven, aan het politieke leven deel te nemen als vrije en gelijkwaardige burgers.
Iedere keer werden ze brutaal onderdrukt: gebombardeerd met moderne wapens, van hun thuis verdreven in het midden van de nacht, verdwenen, gevangengezet en gemarteld, hun dorpen platgewalst en hun taal en cultuur verboden. Totdat we de PKK oprichtten in 1978 om ons te verzetten tegen het geweld van de Turkse staat tegen het Koerdische volk, waren er al honderdduizenden Koerden vermoord in de Koerdische regio’s van Turkije. We moeten niet zo ver terug gaan in de tijd, in de jaren ‘90 vernietigde de Turkse staat 4000 Koerdische dorpen en werden 17 000 Koerden buitengerechtelijk vermoord.
Turkse leiders geloofden, zoals zovele tirannen doorheen de geschiedenis, dat ze de fundamentele menselijke wens voor voor een vrij leven konden verpletteren met geweld en terreur. Ze bestempelden ons als terroristen en criminelen en gaven honderden miljoenen dollars uit om andere landen zoals de Verenigde Staten van Amerika er toe over te halen hetzelfde te doen, zelfs als hun gewapende krachten onvoorstelbare wreedheden begingen in strijd met alle principes van het internationaal recht. We ondertekenden de Conventies van Genève en vroegen voor vredesonderhandelingen op verscheidene momenten sedert 1993 wetende dat de oorlog kon stoppen op het moment dat de Koerdische rechten geïnstitutionaliseerd werden. Deze inspanningen werden genegeerd.
De PKK heeft nooit de VS of enig ander land aangevallen. We zijn nooit teruggeschrokken van de onderhandelingstafel om dit conflict op een vreedzame en politieke manier op te lossen. We hebben niet minder dan acht maal een staakt-het-
vuren afgekondigd sedert 1993 om de weg te banen voor onderhandelingen. Het politieke project van de PKK is gebaseerd op fundamentele mensenrechten en vrijheden, genderbevrijding, religieus pluralisme en ecologische rechten.
Toen ISIS zijn terreurcampagne over Syrië en Irak begonnen is wisten we dat we moesten reageren. De groep bedreigde niet alleen de idealen waarvoor wij zovele jaren gevochten hebben maar ook de veiligheid van tientallen miljoenen mensen. De goed bewapende en gefinancierde staten van de regio en de wereld waren traag om te reageren, de kosten voor actie afwegend terwijl miljoenen mensen onder het extremistische juk vielen.
In augustus 2014 voerden we een humanitaire campagne uit in in Sinjar [Shengal], Irak, waar ISIS wreedheden beging tegen de Jezidi gemeenschap die door de Verenigde Naties later zouden erkend worden als een genocide. De Jezidi’s werden weerloos aan hun lot overgelaten door de wereld, ten aanzien van een vijand die door regionale krachten tot dan toe niet tot stoppen gebracht was. Onze eerste militaire eenheid die we naar de regio stuurden bestond enkel uit zeven mensen. Vanuit dat begin waren we in staat om een humanitaire corridor naar Noordoost-Syrië te openen waardoor 35.000 belegerde burgers op de berg Sinjar in veiligheid konden komen. We bleven samenwerken met andere krachten om de regio te bevrijden van ISIS’ controle.
Terwijl onze beweging en ons volk duizenden levens offerde in deze strijd, deed de Turkse staat, die ons ‘terroristen’ noemt, niets om de ISIS-extremisten te stoppen die onschuldige burgers over de hele wereld terroriseerden. De Turkse staat heeft Noordoost-Syrië met meer ijver aangevallen dan hij ooit gedaan heeft tegen ISIS wanneer dat internationale aanvallen beraamde vanuit een territorium net over hun grens. Ze hebben terroristische bendes die verbonden zijn met Al Qaeda gezonden om de mensen die ISIS verslagen hebben te martelen en te vermoorden. Ze zien de simpele uitdrukking van Koerdische identiteit als een groter gevaar dan de groepen die onschuldigen als doelwit namen, niet alleen in Sinjar en Kobanê maar ook in Parijs, Manchester en New York.
Vele Amerikanen zagen in Mei 2017 hoe de Turkse president Erdogan zijn lijfwachten opdracht gaf om brutaal vreedzame Koerdische manifestanten aan te vallen in jullie hoofdstad. Beeld u in wat ze in Koerdistan doen. Wij zijn niet schuldig aan terrorisme; wij zijn de slachtoffers van terrorisme. Maar we zijn schuldig aan het verdedigen van ons volk. We geloven dat het Amerikaanse volk in staat zal zijn om voor zichzelf te oordelen wie de gevaarlijke terroristen zijn in deze wereld.”